Liquidatiereserve: voordelig geld halen uit je bedrijf
Als ondernemer wil je op een slimme manier winst uit je bedrijf halen, zonder onnodig veel belasting te betalen. Een mogelijkheid die de laatste jaren populair is, is de liquidatiereserve. Met dit fiscale instrument kun je gespaarde winst uit je vennootschap later als dividend uitkeren tegen een lager tarief. In deze gids leggen we uit wat een liquidatiereserve precies is, waarom het interessant kan zijn voor jouw onderneming en hoe de regels werken in belastingjaar 2024/2025. Je ontdekt vanaf wanneer je de reserve mag uitkeren en welke belastingtarieven gelden. We bespreken ook waar je op moet letten zodat je optimaal profiteert van dit voordeel zo meer netto uit je bedrijf overhoudt.
Wat is een liquidatiereserve?
Een liquidatiereserve is een speciale reserve op de balans van je vennootschap waarin je (een deel van) de nettowinst parkeert. Het is als het ware een interne spaarpot binnen je bedrijf. In plaats van de winst direct uit te keren als dividend (waar 30% dividendbelasting/roerende voorheffing op zou zitten), kies je ervoor om die winst tijdelijk in de vennootschap te houden. Je betaalt bij het aanleggen van zo’n reserve meteen een eenmalige heffing van 10% over het gereserveerde bedrag. Dit vooruitbetalen van belasting zorgt ervoor dat je later, wanneer je de reserve uitkeert, een sterk verlaagd tarief aan dividendbelasting (roerende voorheffing) hebt. De liquidatiereserve werd enkele jaren geleden ingevoerd (vanaf boekjaar 2014) als fiscaal gunstregime om ondernemers te helpen geld uit hun vennootschap te halen tegen een lager tarief.
Waarom een liquidatiereserve aanleggen?
Het aanleggen van een liquidatiereserve kan voor jou als ondernemer meerdere voordelen bieden:
- Lagere belastingdruk op dividenduitkering: Normaal gesproken betaal je 30% roerende voorheffing wanneer je winst uitkeert als dividend. Door gebruik te maken van de liquidatiereserve kan dit tarief dalen tot slechts 5% (of binnenkort 6,5% – zie later). De totale belastingdruk over die winst komt daarmee aanzienlijk lager uit (zie verderop voor exacte percentages). Dit betekent meer nettowinst die uiteindelijk in jouw eigen zak belandt.
- Flexibel moment van uitkering: Je bepaalt zelf wanneer je de reserve uitkeert (mits je de minimale wachttijd respecteert). Je kunt dus strategisch plannen om het geld op een gunstig moment naar privé over te hevelen, bijvoorbeeld als je het nodig hebt voor een investering of persoonlijke uitgave.
- Belastingvrij bij liquidatie: Mocht je ooit je vennootschap volledig stopzetten (liquideren), dan kun je de liquidatiereserve zonder aanvullende belasting uitkeren aan jezelf als aandeelhouder. Je hebt dan enkel de oorspronkelijke 10% betaald en verder niets.
- Stimulans om winst te sparen: Het regime moedigt aan om winst in de vennootschap te laten en te reserveren voor later, in plaats van alles meteen uit te keren. Dit kan bijdragen aan de kapitaalopbouw en solvabiliteit van je bedrijf op de middellange termijn.
Kortom, de liquidatiereserve is vooral aantrekkelijk om de belasting op dividenduitkeringen te minimaliseren. Je ruilt 30% directe belasting in voor een veel lager tarief in de toekomst, wat een flink fiscaal voordeel oplevert voor kleine vennootschappen en hun aandeelhouders.
Voorwaarden voor de liquidatiereserve
Niet elke onderneming kan zomaar een liquidatiereserve aanleggen. Er gelden enkele belangrijke voorwaarden en spelregels:
- Alleen voor kmo-vennootschappen: Dit regime is enkel toegankelijk voor vennootschappen die kwalificeren als kmo vennootschap (minder dan 250 werknemers en een jaaromzet van maximum € 50 miljoen of een balanstotaal van maximum € 43 miljoen). Grote bedrijven komen niet in aanmerking. Controleer dus of jouw bv of nv aan de criteria van een kleine vennootschap voldoet.
- Voldoende winst na belasting: Je kunt alleen een liquidatiereserve aanleggen uit de nettowinst van het boekjaar. Concreet betekent dit dat je boekjaar met winst moet afsluiten, en na afdracht van de normale vennootschapsbelasting kun je beslissen die winst (geheel of gedeeltelijk) op een aparte reserve-rekening te boeken. Heb je in een bepaald jaar geen winst over? Dan is er niets om te reserveren.
- Bijzondere aanslag van 10% (anticipatieve heffing): Op het moment dat je de winst boekt als liquidatiereserve, betaalt je vennootschap hierop direct een extra belasting van 10%. Deze heffing wordt tegelijk met de vennootschapsbelasting afgerekend voor dat jaar. Let op: dit is een definitieve kost, de aandeelhouder zelf kan deze 10% later niet terugvorderen of verrekenen. Echter, dankzij deze voorafbetaling krijg je wel het recht op latere uitkering tegen verlaagd tarief.
- Onaantastbaarheidsvoorwaarde: Het gereserveerde bedrag moet op een aparte passiefrekening op de balans blijven staan. Je mag deze reserve niet aantasten of uitkeren tijdens de wachttijd, behalve volgens de regels (dus niet tussentijds gebruiken voor andere doeleinden). Dit zorgt ervoor dat de fiscus het gereserveerde bedrag duidelijk kan identificeren. Voldoe je niet aan deze voorwaarde, dan kan het fiscale voordeel verloren gaan.
Daarnaast is het goed te beseffen dat een liquidatiereserve per boekjaar wordt aangelegd. Je beslist jaarlijks op de aandeelhoudersvergadering (AV) over de winstverdeling: uitkeren als dividend, overdragen naar de volgende jaarrekening, of boeken als liquidatiereserve (met die 10% betaling). Deze keuze per jaar is definitief; eenmaal gereserveerd blijft het dat bedrag tot uitkering of liquidatie. Denk hier dus steeds strategisch over na en overleg eventueel met je boekhouder of accountant of het zinvol is voor jouw situatie.
Wachttermijn en tarieven
De kern van de liquidatiereserve-regeling is dat je pas na een bepaalde wachttijd je gereserveerde winst mag uitkeren tegen het verlaagde tarief. Hoe korter je wacht, hoe hoger de belasting op dat moment. Onder de huidige regels gelden de volgende tarieven afhankelijk van de periode tussen aanleg en uitkering:
Uitkering binnen 5 jaar: 20% roerende voorheffing
Besluit je de liquidatiereserve al uit te keren vóór het verstrijken van 5 jaar na het einde van het boekjaar waarin de reserve aangelegd werd, dan betaal je op dat moment alsnog een hoog tarief aan roerende voorheffing. Voor reserves aangelegd in de meest recente jaren bedraagt dit tarief 20%. Dit hogere tarief zorgt ervoor dat vroeg uitkeren fiscaal onaantrekkelijk is, je verliest dan immers grotendeels het voordeel dat je met de reserve beoogde. Totaal betaal je in zo’n geval 10% (bij aanleg) + 20% (bij voortijdige uitkering), samen effectief circa 27,3% belasting over de aanvankelijke winst. Vroegtijdig uitkeren doe je dus bij voorkeur alleen als het echt nodig is.
Uitkering na 5 jaar: 5% roerende voorheffing
Dit is het optimale scenario waarvoor de liquidatiereserve bedoeld is. Wacht je minstens vijf jaar na het boekjaar van aanleg, dan mag je de reserve uitkeren tegen slechts 5% roerende voorheffing. Je hebt al 10% betaald bij de aanleg, dus de 5% komt daar nog bij, waarmee de totale belastingdruk uitkomt op ongeveer 13,64% van de winst. Ter vergelijking: zonder liquidatiereserve zou je 30% belasting betalen op een dividend.
Uitkering bij liquidatie van de vennootschap: 0% extra heffing
Een bijzonder gunstige situatie doet zich voor als je de vennootschap vereffent (liquideert). Bij een stopzetting van het bedrijf mogen alle aangelegde liquidatiereserves belastingvrij naar de aandeelhouder (natuurlijke persoon) vloeien. Je betaalt in dat geval geen enkele roerende voorheffing bij de uitkering – de eerder betaalde 10% bij aanleg wordt gezien als de finale heffing. Dit maakt de totale belasting op die winsten slechts 9,09%. Let wel: dit geldt alleen bij echte liquidatie (beëindiging) van de vennootschap. Je hoeft overigens niet per se vijf jaar te wachten; zelfs reserves van het laatste boekjaar voor de stopzetting kunnen zo zonder 5%/20% heffing worden uitgekeerd. Belangrijk aandachtspunt: De fiscus kijkt kritisch toe of deze route niet misbruikt wordt (zie verder bij misbruikpreventie). Maar op zichzelf is dit een legitiem en aantrekkelijk eindspel: aan het einde van de rit kun je je gespaarde winsten bijna belastingvrij uit het bedrijf halen.
NB: Samengevat volgens de huidige regels (2015-2024) is het dus: 5 jaar wachten voor 5% heffing, eerder uitkeren kost 20%, en bij liquidatie 0% extra. Vanaf 2025 gaat dit echter veranderen door nieuwe fiscale hervormingen. Hieronder bespreken we wat er gewijzigd wordt en wat dat betekent voor jouw strategie.
Liquidatiereserve versus andere opties om winst uit te keren
Een liquidatiereserve is niet de enige manier om op een voordelige manier geld uit je bedrijf te halen. Ter volledigheid vergelijken we kort met twee andere routes:
Gewoon dividend uitkeren (zonder reserve) – 30% belasting
De standaardmethode voor winstuitkering is een gewoon dividend. Daarbij betaal je op het uitgekeerde bedrag direct 30% roerende voorheffing. Er is geen wachttijd of voorafbetaling; je krijgt meteen je nettodividend (70% van de brutowinst) privé. Nadeel is uiteraard de hoge belastingdruk. In vergelijking met de liquidatiereserve loop je dus 16,36% van je winst extra mis aan belastingen. Gewone dividenden hebben wel het voordeel van eenvoud en directheid – geen geld vastzetten of vooruitbetalen. Voor kleine bedragen of als je het geld per se direct nodig hebt (en de liquidatiereserve niet opportuun is, bv. door conditie van je bedrijf) kan een normaal dividend uitkeren de makkelijkste weg zijn. Maar puur fiscaal bekeken is het voor KMO’s vaak zonde om zomaar 30% te betalen als het ook lager kan.
Dividend via VVPR-bis regeling – 15% belasting
Een alternatief gunstregime is VVPR-bis. Dit geldt alleen voor vennootschappen opgericht (of met kapitaalverhoging) vanaf 1 juli 2013, die aan bepaalde voorwaarden voldoen. Bij VVPR-bis kun je dividend uitkeren aan een verlaagde roerende voorheffing: doorgaans 20% als je wacht tot het derde boekjaar na oprichting, en vervolgens 15% bij uitkering vanaf het vijfde boekjaar. Dit is vooral relevant voor start-ups en nieuwe kmo’s met ingebracht kapitaal. Het tarief van 15% na vijf jaar lijkt op het liquidatiereserve-effect (10%+5%). Inderdaad, de nieuwe 6,5% regeling (effectief 15%) brengt de liquidatiereserve op gelijke voet met VVPR-bis. Het verschil is dat VVPR-bis geen voorafheffing van 10% kent, maar wel strikte voorwaarden rond kapitaal en uitkeringsmoment. Voor bestaande vennootschappen die niet in VVPR-bis vallen, biedt de liquidatiereserve een vergelijkbaar voordeel. Sommige ondernemers benutten zelfs beide regimes als dat kan. Het is nuttig om met je adviseur te bekijken welke optie – of combinatie – voor jou het beste resultaat geeft.
Praktische uitvoering: hoe keer je een liquidatiereserve uit?
Wanneer je besluit tot uitkering van de liquidatiereserve (na de wachttermijn of onder de nieuwe optie), moet je een paar formele stappen doorlopen. Het is niet ingewikkeld, maar vereist wel naleving van de wettelijke procedures:
- Besluit van de algemene vergadering: De uitkering van een dividend moet officieel worden goedgekeurd door de aandeelhouders. Meestal gebeurt dit tijdens de jaarlijkse gewone algemene vergadering die de jaarrekening goedkeurt. Je kunt echter ook via een bijzondere algemene vergadering tussentijds een uitkering doen. In beide gevallen moet een dividendbesluit worden genomen en correct worden genotuleerd.
Het bestuur moet nagaan en bevestigen dat de vennootschap na de uitkering voldoende eigen vermogen en liquiditeiten overhoudt om aan haar verplichtingen te voldoen. Dit is een belangrijk aandachtspunt: laat je boekhouder helpen om deze solvabiliteits- en liquiditeitstoets correct uit te voeren en documenteren, zodat je rechtmatig kunt uitkeren. - Aangifte en betaling van roerende voorheffing: Wanneer je de liquidatiereserve uitkeert als dividend, moet je de verschuldigde roerende voorheffing inhouden op het brutodividend. De vennootschap draagt dit bedrag vervolgens af aan de belastingdienst. Dit gebeurt via een aangifte roerende voorheffing. Je geeft aan welk bedrag je uitgekeerd hebt en berekent de voorheffing. Na aangifte ontvangt de aandeelhouder het nettobedrag van de dividenduitkering op zijn rekening.
In de praktijk zal je accountant of boekhouder doorgaans deze stappen voor je voorbereiden en aangeven welke documenten nodig zijn.
Aandachtspunten en valkuilen
Hoewel de liquidatiereserve een legaal en aangemoedigd instrument is, zijn er toch een paar valkuilen en aandachtspunten waar je als ondernemer rekening mee moet houden:
- Antimisbruik bij snelle liquidatie: De fiscus is alert op situaties waarin vlak vóór de stopzetting van een vennootschap nog snel een grote liquidatiereserve wordt aangelegd enkel om de belasting te omzeilen. Het is immers verleidelijk: je betaalt 10% en bij liquidatie niets meer. Echter, als je kort voor ontbinding ineens een enorme reserve boekt zonder zakelijke reden, zou de belastingdienst dit kunnen aanmerken als fiscaal misbruik. Zorg dus dat er een duidelijke economische motivatie is als je zoiets doet (bijvoorbeeld dat de winsten gewoon beschikbaar waren en al jaren in de reservepolitiek passen). Voorkom de schijn dat je enkel de reserve gebruikt als trucje bij stopzetting. Wanneer je je bedrijf beëindigt maar elders met dezelfde activiteiten doorgaat (nieuwe vennootschap), kijkt de fiscus ook kritisch of de reserve-uitkering wel terecht belastingvrij was. Kortom: gebruik de liquidatiereserve binnen de geest van de wet – als langetermijnplanning – en niet als last-minute tax planning bij sluiting.
- Geen voordeel voor vennootschap als aandeelhouder: De liquidatiereserve is vooral bedoeld voor aandeelhouders-natuurlijke personen. Als jouw vennootschap aandelen heeft in een andere vennootschap (holdingstructuur), heeft een liquidatiereserve daar eigenlijk geen nut. Een vennootschap die dividend ontvangt, kan onder bepaalde voorwaarden genieten van de DBI-aftrek (definitief belaste inkomsten) waardoor het dividend vrijgesteld is in de vennootschapsbelasting.
- Liquiditeitspositie van je bedrijf: Het klinkt logisch, maar onthoud dat de 10% heffing meteen uit je kasmiddelen gaat. Als je krap bij kas zit, is het misschien niet verstandig om elke euro winst vast te zetten in een reserve, want die 10% is weg en de rest staat vast in de balans. Je moet het jezelf kunnen permitteren zonder je bedrijf financieel in moeilijkheden te brengen.
- Wijzigende wetgeving volgen: Regels veranderen. Het is belangrijk om op de hoogte te blijven van fiscale updates en eventueel je strategie bij te sturen. Wat dit jaar optimaal is, kan volgend jaar anders zijn als de wetgeving evolueert. Gebruik betrouwbare bronnen of een adviseur om je te laten informeren.
Als je deze aandachtspunten in acht neemt, kun je met een gerust hart gebruikmaken van de liquidatiereserve zonder onaangename verrassingen.